vrijdag 27 oktober 2017

Verstoppertje - hoofdstuk 9


Amsterdam, nog één dag

Hanna trekt haar koffer van de bagageband, kijkt achterom en zwaait nog even naar Mick. Zodra de schuifdeuren opengaan en ze de aankomsthal binnenstapt, ziet ze haar ouders staan. “Hanna!” Haar moeder vliegt op haar af en omhelst haar. De bloemen in haar moeders hand prikken in haar nek. “Heb je een goede vlucht gehad, meissie?” Haar moeder houdt Hanna’s gezicht tussen haar handen en pakt haar dan nog een keer stevig vast. Haar vader staat geduldig te wachten. Boven haar moeders schouder geeft ze hem haar liefste glimlach en hij knipoogt terug. Boven de glimlach van haar vader ziet ze nog altijd de droefheid in zijn ogen.
Als ze de roltrap opgaan naar de parkeergarage komt er een piepje van haar mobiel. Het is Mick en ze moet lachen. Ze hebben in het vliegtuig afscheid van elkaar genomen. Ze weet eigenlijk niet goed waarom ze dat al in het vliegtuig deden. Wat haar betreft had Mick nog wel wat langer in haar buurt mogen blijven. Nu ze erover nadenkt, weet ze eigenlijk niet eens waar hij naartoe gaat. Ze hebben elkaars telefoonnummer, ze leert hem vast nog wel beter kennen. 
Grappig toch, hoe je op zo’n lange vlucht zulke intieme gesprekken aangaat met iemand die je eigenlijk nauwelijks kent. Hij voelde meteen zo vertrouwd. Ze heeft hem haar hele levensverhaal verteld. Zelfs over het waarom van deze reis.
“Zie ik je snel weer?“, appt hij. Ze antwoord: “Ja, lijkt me leuk. Misschien deze week al?” “Dat zou zo maar kunnen”, krijgt ze als antwoord. Ze voelt een kriebel in haar buik, opeens is het best wel weer spannend om zulke berichtjes naar iemand te sturen.
Als Hanna bij het huis van haar ouders uitstapt, valt haar oog op het naambordje naast de voordeur. Pieter, Flore, Marjolein en Hanna Hellema. Nog altijd hetzelfde naambordje. Alsof, als Marjolein niet meer op het bordje zou staan, ze haar verraden. Alsof ze dan doen dat ze nooit heeft bestaan of geen hoop meer koesteren dat ze ooit nog terugkomt. Dat laatste klopt in Hanna’s geval eigenlijk wel. Na dertig jaar geen teken van leven te hebben ontvangen van haar zus, geeft het haar de meeste rust als ze afscheid van haar te neemt. 
Hanna kijkt een tijdje naar de foto van zichzelf die op de schoorsteenmantel staat. Het is haar laatste schoolfoto, genomen op het Murmellius College in Alkmaar. Ze was gelukkig net van haar beugel af en kijkt vol zelfvertrouwen in de camera. Naast haar portret kijkt Marjolein de kamer in, ook op haar laatste schoolfoto, als tienjarig meisje. 
Hanna gaat naar boven en neemt plaats op Marjoleins bed. “Hé zusje. Dat is lang geleden. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik aan je denk. Weet je dat je vrienden, Wilma en Reinoud, elkaar weer gaan ontmoeten? Weet jij wat ze te bespreken hebben? Je weet vast meer dan ik. Weten zij waar jij bent? Ze hebben antwoorden, ik voel het gewoon. Ik ga zorgen dat ze me die geven. Ik ga ze verrassen en ze dwingen om me te vertellen wat ze weten. We gaan jou vinden. We gaan papa en mama rust geven.” 

donderdag 19 oktober 2017

Verstoppertje - hoofdstuk 8


Amsterdam - Callantsoog, nog 14 uur

Een beetje duizelig van de lange vlucht en het slaaptekort stapt Reinoud achter het stuur van zijn huurauto. Via Haarlem en Alkmaar pakt hij de snelste route naar Callantsoog. Hij kampt altijd met gemengde gevoelens als hij naar het dorp van zijn jeugd rijdt maar nu voelt hij zo veel dat hij er van in de war begint te raken.
De hele weg in het vliegtuig heeft hij bedacht hoe hij de ouders van Marjolein te woord zal staan. Hij heeft besloten om ze niet van te voren in te lichten over zijn komst maar hij weet niet of Lis, zijn zus, misschien al heeft rondverteld dat hij onderweg is. Hij kon haar moeilijk op de hoogte brengen van de reden van zijn bezoek. Nooit heeft hij haar durven vertellen hoe hij en Wilma hebben gelogen tegen de politie. Hoe ze daarna een toneelstukje opvoerden. Niet alleen voor hun eigen familie en voor die van Marjolein maar voor iedereen in het dorp.
Rijdend over de snelweg valt het vlakke, groene landschap hem dit keer niet op. Tegen de tijd dat hij Alkmaar voorbij rijdt, zijn de knokkels van zijn handen wit, zo hard knijpt hij in zijn stuur. Zijn verlossing kan hem niet snel genoeg komen maar eerst moet hij nog door die zure appel heen en zijn verhaal doen aan de ouders van Marjolein. Hij wil eigenlijk zo snel mogelijk naar hun toe. Als het allemaal open en bloot ligt, dan pas zal die last van hem afvallen. Dan pas zal hij eindelijk bevrijd zijn van de leugen die zijn leven zo negatief beïnvloedt.
Hij rijdt langs het kanaal en moet zich inhouden om tachtig kilometer per uur te blijven rijden. Aan zijn linkerkant doemen de duinen van Schoorl op en aan de overkant van het kanaal herkent hij de huizen en oude boerderijen die er al stonden in zijn jeugd. Vergeleken bij de weidse ruimtes van de outback en de grote wegen in Brisbane, komt het hier allemaal zo klein op hem over. Klein, maar geborgen en opeens houdt hij meer van zijn geboortegrond dan ooit tevoren. Een gevoel van onoverwinnelijkheid komt boven. Hij voelt dat hij de goede kant op rijdt, letterlijk en figuurlijk. Wat zal hij straks een gelukkig mens zijn, zonder de kwelling van het binnenhouden van zijn geheim. Hij weet zeker dat hij hierna nooit meer een dier hoeft te doden om zichzelf in toom te houden. Dat vooruitzicht vervult hem meer en meer met een rust die hij niet kent. Met ruimte, met opluchting.  Dit had hij zo veel eerder moeten doen. Hij snapt opeens niet meer waarom hij zo lang heeft gewacht. Hoe heeft hij zo stom kunnen zijn? Wat is het ergste dat er kan gebeuren? Dat haar ouders hem de deur wijzen, hem ernstige verwijten maken. Dat iedereen in het dorp hem uitkotst. Maar dat kan hem niets meer schelen. Hij is niet meer bang voor afwijzing. Het enige dat nog telt, is dat hij van zijn zware last wordt verlost. En dat heeft hij helemaal zelf in de hand.   

Hij rijdt het doodlopende straatje in waar hij zijn hele jeugd heeft gewoond en stuurt zijn auto de oprit van het huis van zijn zus op.  Aan het eind van de straat is het huis waar hij morgen gaat aanbellen. Dat moet een nacht wachten. Eerst moet hij bijslapen zodat zijn geest helder is en hij zijn verhaal goed kan doen.
Hij heeft onderweg zijn zus een appje gestuurd dat hij eraan komt. Ze staat al in de deuropening te wachten. Vanavond zal hij heerlijk slapen en morgen vol goede moed doen wat hij moet doen. Maar eerst heeft hij nog die afspraak met Wilma. Die is vanavond al. Wat zij van hem wil, weet hij niet. Misschien heeft ze nagedacht en wil ze toch met hem mee morgen. Als ze mee gaat, scheelt dat net weer wat klappen zijn kant op. In haar laatste e-mail gaf ze aan te begrijpen wat hij van plan is. Dat als ze hem niet kan tegenhouden, ze hem in ieder geval een keer wil spreken voordat hun gezamenlijke wond weer opengereten wordt. Ze hebben afgesproken op het strand. Bij paal 15, vlakbij Marjoleins laatste rustplaats.
Hij stapt uit zijn auto en trekt zijn koffer van de achterbank. “Hé Lis!” In de deuropening omhelzen ze elkaar. “Hallo broer, dat is lang geleden.” Dan ziet hij dat er een man achter haar staat. De man kijkt vriendelijk en doet een stap achter Lis vandaan. Reinoud steekt zijn hand uit om zich voor te stellen en de man doet hetzelfde. “Leuk je te ontmoeten. Ik ben Mick”, zegt de man.

zondag 15 oktober 2017

Scherven

Haar polsen doen zeer, hij drukt ze hard tegen de bosgrond. Tussen haar benen zet hij met zijn gebonk haar onderkant in brand. In het schijnsel van de maan ziet ze de silhouetten van takken en bladeren boven haar hoofd.
Ze is haar bril verloren toen hij haar van haar fiets rukte. Hij verraste haar zo dat ze haar stuur niet meteen losliet. Haar fiets ligt half in het bos. Het voorwiel is gestopt met draaien in de lucht. Door haar kleren heen voelt ze het nat van de aarde. Ze begint het koud te krijgen. Zijn lichaamsgewicht perst alle lucht uit haar longen. Zijn gehijg in haar oor klinkt steeds verder weg. Wat duurt het lang. Wat duurt het ontiegelijk lang.
Dan, na een harde stoot en een binnensmondse kreet, houdt hij op. Hij verlost haar van zijn gewicht en ze hoort hoe hij zijn broekriem vastmaakt. Dan ineens is hij weer heel dichtbij. Ze voelt zijn adem seconden lang op haar gezicht. Ze houdt haar ogen stijf dicht.
Dan voelt ze iets scherps langs de zijkant van haar keel glijden en daarna een warme stroom die naar haar nek sijpelt. Hij staat op en ze hoort zijn voetstappen het bos verlaten. Op het fietspad begint hij te rennen. Zijn passen sterven langzaam weg in de nacht. Als verlamd ligt ze. In gedachten voelt ze aan haar hals maar haar handen en armen doen niet mee met de gedachte. 
Ze ademt steeds langzamer. Ze heeft het heel erg koud. Ze opent haar ogen maar het donker om haar heen wordt al snel zwart. Het laatste wat ze hoort, is een beestje. Het scharrelt door de blaadjes, vlakbij haar oor.
Het is een egeltje. Hij scharrelt langs haar hoofd en loopt om haar heen. Hij trippelt verder door het bos. Bij het fietspad komt hij een fiets tegen en daarna een kapotte bril. De scherven weerkaatsen het licht van de maan.

vrijdag 13 oktober 2017

Verstoppertje - hoofdstuk 7


New York, zes dagen eerder

Hoe zeg je de mensen die het beste met je voor hebben dat ze je overspoelen met eenzaamheid? Hanna koos het carrièrepad om er afstand van te kunnen nemen. Eerst zocht ze een middelbare school uit in Alkmaar zodat ze bij niemand uit haar dorp in de klas kwam. En toen ze tijdens haar studie economie in Amsterdam de kans kreeg om stage te lopen bij een effectenmakelaar in New York, greep ze die kans met beide handen aan. Haar lieve,  verstikkende ouders. Ze omhelsde ze stevig en vertrok.
“Kom je weer eens deze kant op, schatje?” Haar moeder houdt de vraag vaak binnen want ze wil haar dochter niet op de nek zitten. Vandaag lukt dat blijkbaar niet. Hanna heeft nooit zin om haar snelle leven hier in New York te verlaten. Nederland is te ver weg van alle actie.
Haar lieve ouders. Zodra ze face-to-face met ze is via Skype, voelt ze weer hoe het vroeger was. Hoe ze altijd hun best deden om hun verdriet voor haar te verbergen terwijl ze vanbinnen werden verscheurd door het niet weten. Het niet weten wat er met hun oudste dochter was gebeurd.  
Ze mocht als drie jaar jonger zusje vroeger niet vaak meedoen met Marjolein en haar vriendjes. Soms, als Reinoud meespeelde, dan betrok hij haar bij hun spel. Hij woonde aan het eind van de straat en zat bij Marjolein in de klas. Meestal pakten ze hun fiets en reden door het dorp op zoek naar avontuur. Verstoppertje spelen met het standbeeld van de visserman, midden op het dorpsplein, als buutplaats. Of ze fietsten naar het bos, sprongen over sloten en gebruikten mooi gevormde takken als geweer tegen bostrollen die alleen zij zagen. Het leven voor Marjoleins verdwijning lijkt zo zonnig.
Niet zoals de dikke mist die daarna altijd om Hanna heen hing. Er was maar één basisschool in Callantsoog. Iedereen kende iedereen. Er was geen ontsnappen aan de ogen, gevuld met medelijden en de monden, die niet wisten wat ze moesten zeggen. Met gym werd ze de rest van haar basisschooltijd als eerste gekozen en met tikkertje op het schoolplein hoefde ze hem nooit te zijn, uit medelijden.
Bij iedereen in het dorp was er een gat geslagen. Er was zo maar een kind verdwenen. Geen spoor van een dader. Geen idee van een waarom. Het was een beangstigende gedachte, dat dit iedereen kon overkomen. Het gevaar was ongrijpbaar maar werd door iedereen gevoeld. De kinderen die in die tijd opgroeiden, voelden dat ze scherp in de gaten werden gehouden. Niemand ging nog ergens alleen heen.
Haar vader en moeder gaven Hanna vanaf dat moment liefde voor twee. Met al hun radeloosheid en verdriet, deden ze zo hun best om haar het gevoel te geven dat er nog genoeg ruimte voor haar was. Maar het was een geforceerde ruimte. Midden in alle aandacht voelde ze zich heel erg alleen.
Het was raar, dat Marjolein er opeens niet meer was. Ze ging in die tijd vaak in de kamer van haar zus zitten, op haar bed, en voerde dan gesprekken met haar. Eerst over waar Marjolein nou eigenlijk was. Dat ze haar zo miste. Later over alles wat haar bezighield. Ruzies, jongens, haar studiekeuze. Marjolein bood een gewillig, luisterend oor. Hanna werd ouder en haar gewicht drukte almaar zwaarder op het matras. Zij werd de grote zus en Marjolein bleef een meisje zonder make-up.
Toen Marjolein net vermist was, kwam Reinoud regelmatig even met Hanna spelen. Soms ook Marjoleins beste vriendin, Wilma. Toentertijd dacht ze dat ze niet goed wisten wat ze met hun gevoel aan moesten, dat dat de reden was waarom ze steeds schichtiger om zich heen gingen kijken. Waarom ze ze wel eens weg zag fietsen wanneer zij juist aankwam. Ze dacht dat het voor hen te pijnlijk was om haar te zien. Maar later, als ze in New York op bed lag te denken, kreeg ze een ander gevoel bij die herinnering. Als ze zich focuste op de blikken van Reinoud en Wilma, dan was het geen verdriet wat ze had gezien. Het was iets veel ingrijpenders. Schuldgevoel? Ze begon zich af te vragen of dat het zou kunnen zijn. Voelden Reinoud en Wilma zich ergens schuldig over? Toen die gedachte zich eenmaal geopenbaard had, liet het haar niet meer los. Zouden ze gelogen hebben? Zouden Reinoud en Wilma toch meer weten? Ze werden destijds uitvoerig verhoord door de politie. Zouden ze meerdere keren gelogen hebben? Ze kreeg steeds meer het gevoel dat de antwoorden op die vragen ‘ja’ was. 
En nu, tijdens het Skype-gesprek, vertelt haar moeder dat Reinoud binnenkort zijn zus komt bezoeken. Zijn zus, Lis, die nog steeds in het huis aan het einde van de straat woont. Haar moeder ratelt door en opeens gaat het over Wilma, dat het in het dorp wel bekend is dat ze haar naam heeft veranderd in Nora, maar dat niemand daar echt van opkijkt. Wilma was altijd al een beetje een buitenbeentje. Ze zien haar nooit meer in Callantsoog. Maar nu had haar moeder via via vernomen dat ze Wilma onderaan een strandopgang hadden zien dralen. Het leek of ze naar het strand wilde maar na zeker een kwartier te hebben geijsbeerd aan de voet van het duin is ze weer omgekeerd en richting de parkeerplaats gelopen.   
Ze schuift naar de rand van haar stoel. Wat zegt haar moeder daar? Noemt ze Reinoud en Wilma in één moeite door? De een is na jaren weer in het dorp gezien en de ander komt eraan. Ze weet niet of ze paranoïde wordt maar ze krijgt sterk het gevoel dat er iets speelt tussen die twee.  Ze weet niet precies wat ze er mee moet maar dat ze er iets mee moet, daar wordt ze steeds zekerder van. Ze wil ze recht in de ogen kijken. Het liefst alle twee tegelijk. “Weet je mam, het wordt tijd dat ik weer eens gezellig bij jullie langskom. Ik ga kijken wat ik kan regelen op mijn werk. Misschien lukt het me om aankomende week al te komen.”

vrijdag 6 oktober 2017

Verstoppertje - hoofdstuk 6


Schagen, twee weken eerder

Het is warm vandaag. Ik open een raam en zet mijn laptop op de eetkamertafel. Goed aangeschoven, plant ik mijn voeten stevig op de grond. Een paar keer adem ik diep in en uit.
Hij is vastberaden om te doen wat hij wil doen en dat kan niet zonder mij erbij te betrekken. Als ik hem zijn gang laat gaan ben ik de klos. Ik moet hem stoppen. Een voor een open ik Reinouds e-mails.

  
Onderwerp: De
Dag Wilma,
Ik zie dat je nu Nora heet. Ik vraag me af waarom. Of misschien

Onderwerp: Waarheid
hoef ik me dat niet af te vragen? Ben je net als ik al je hele leven aan het worstelen met wat er ooit gebeurd is. Wat wij gedaan hebben. Wat we hebben aangericht. Ben je net als ik op de vlucht voor je eigen geweten geweest. Ik begrijp het helemaal Wilma, geloof me. Maar toch

Onderwerp: Komt
zal je nu je eigen demonen onder ogen moeten komen. Het is geen vraag of je dat wel wil, zoals je inmiddels duidelijk zal zijn. Ik ga

Onderwerp: Nu
iedereen verlossing brengen. Mezelf vooral, en daarmee ook haar ouders, haar zusje, mijn zus en iedereen in het dorp die het al die jaren met
 

Onderwerp: Uit
verdachtmakingen en zo veel vragen heeft moeten doen. Het is tijd dat de waarheid omtrent ons vriendinnetje boven water komt. Ik heb net
 

Onderwerp: Je
een ticket naar Nederland geboekt. Over precies een week 

Onderwerp: Houdt
ga ik doen wat wij dertig jaar geleden al hadden moeten doen. Waar wij

Onderwerp: Me
te laf voor waren. Hoe meer ik erover nadenk

Onderwerp: Niet
hoe duidelijker het wordt. Ik weet waarom ik dit wil. Je kunt met me mee, of niet. Dit is

Onderwerp: Tegen
je laatste kans. Als je nu niet aan boord komt, dan moet je straks zelf met de woelige baren dealen. Het is aan jou.

Ik sta op en begin te ijsberen. Het is druk in mijn hoofd. Gedachten en herinneringen schieten door elkaar heen. Wat zal er gebeuren als de waarheid uitkomt? Ik zie het weer voor me, haar laatste pluk rood haar die onder het zand verdwijnt. Het politieverhoor van alle klasgenootjes. Het verdriet van haar ouders. Hoe Reinoud en ik elkaar na die dag nooit meer echt spraken. Net genoeg om geen argwaan te wekken. Alle roddels, en de vragen die iedereen hardop stelde, waar wij aan meededen.Ik had afscheid genomen van dat verstikkende vroeger. Mijn leven als Nora Smit bevalt me. Ik heb afstand genomen van dat meisje uit mijn jeugd en ik wil niet naar haar terug. Ik kan niet terug. Hoe moet ik Reinoud tegenhouden?

Buiten fietsen mensen langs in zomerjurkjes en korte broeken, met zonnebrillen op hun hoofd. Grote tassen met uitstekende scheppen en strandtennisbatjes verraden waar ze heen gaan.  
Ik sluit het raam en trek de gordijnen dicht.