maandag 13 november 2017

Verstoppertje - hoofdstuk 11


Brisbane, zes weken eerder

Reinoud veegt het zweet van zijn voorhoofd. Wat is het in dit land ook altijd verrekte heet. En dan ook nog al die heuvels waar iedereen doodleuk zijn huizen tegenaan bouwt. Hij heeft een kat in zijn nekvel gegrepen en houdt hem op armlengte afstand zodat het dier hem niet kan krabben. Nog een stukje door het bos, dan is hij uit zicht van de woonwijk waar hij de kat heeft gevangen. Zijn auto staat een paar straten verderop op een helling geparkeerd.
Vanmorgen is het weer begonnen, die drang. Hij voelt het al als hij opstaat. De onrust is zo groot dat zijn ochtendritueel hem niet snel genoeg kan gaan. In zijn hoofd is er nog maar ruimte voor één ding. Aan de ontbijttafel met zijn vrouw en zijn dochters heeft hij het gevoel dat hij naar een toneelstuk kijkt. Alles speelt zich af buiten hem om. Hij kijkt naar de man die op zijn plaats aan tafel zit en zijn bagel besmeert met roomkaas. Hij ziet zijn dochters en zijn vrouw lunchpakketjes bereiden. Ondertussen onderdrukt hij uit alle macht dat wat eruit wil. Als een robot rijdt hij na zijn ontbijt naar het accountantskantoor. Concentreren op zijn werk is er niet bij en wachten tot zijn lunchbreak valt hem zwaar. 
Tot hij dan eindelijk kan beginnen aan het loslaten van zijn kwelling. In een goed verstopt bestandje op zijn computer zoekt hij de kaart van Brisbane op. Hij zoekt een nieuwe straat uit en markeert hem met een vlaggetje. Het scheelt een hoop tijd als hij direct naar een straat kan rijden waar hij nog niet eerder is geweest voor dit doel. Hij heeft maar een uur voordat hij weer achter zijn bureau wordt verwacht.
In zijn kofferbak liggen de broek en het t-shirt die hij voor deze momenten altijd aantrekt zodat zijn pak schoon blijft. Meestal lukt het hem wel zonder bloed te vergieten, maar soms niet.
Hij heeft een zwart-witte exemplaar te pakken dit keer. Hij schat in dat het beestje een jaar of tien is. Het liep net een tuin uit en schuurde wat langs de heg met zijn staart omhoog. Toen hij zijn hand uitstak om hem te roepen, kwam de kat meteen aanrennen. Hij aaide hem over zijn kop, keek goed om zich heen of niemand hem zag en greep hem in zijn nekvel.
Reinoud kijkt achterom, hij is inmiddels diep genoeg in het bos. Hij houdt de kat van zich af zodat hij hem niet kan krabben. Met zijn gestrekte arm draait hij de kop van het diertje naar zich toe. Hij kijkt hem nog even aan en dan sluit hij zijn ogen. De immense onrust die hij de hele ochtend heeft moeten onderdrukken mag eindelijk naar buiten. Hij laat het toe. Hij kan niet anders. Vanuit onderin zijn buik zwelt de golf aan, net als de stofwolk van een vulkaan wordt het groter en groter. Het golft omhoog totdat het zijn lichaam uit kan. Hij wil schreeuwen, hij wil altijd schreeuwen. Maar dat zou te veel aandacht trekken. In plaats daarvan laat hij alle energie naar zijn handen gaan. Nu heeft hij het niet meer in de hand. Hij kijkt naar wat hij doet, maar hij ziet het niet. Niet echt. Hij gaat tekeer, als een wild dier dat alleen op deze manier al het leven uit zijn prooi kan krijgen.  
Minuten later stapt hij in zijn auto en gaat zitten met zijn handen op het stuur. Binnenin hem wordt het weer rustiger. Langzaam landt hij terug in zijn lichaam. Maar dan beginnen de volgende onvermijdelijke gevoelens. Die van leegte. De walging. Het zelfmedelijden. Hoe vaak heeft hij dit nu al gedaan? Hij sluit zijn ogen. Hij voelt zich vies, een monster. Hij haat zichzelf en hij haat zijn geheim. Als hij toch geweten had dat dat ene geheim zou leiden tot zo veel meer geheimen. Als hij toch geweten had dat het onderdrukken van zijn leugens van vroeger dit met hem zou doen. Hij heeft het veel te ver laten komen. Het werkt niet meer, niet zoals het vroeger werkte. Hij kan het niet uitstaan dat hij dit niet onder controle heeft. Tranen rollen onder zijn oogleden vandaan en vallen op zijn vuile broek. Hij wil dit niet meer. Hij wil niet meer het slachtoffer zijn van zichzelf.  



Words and actions of the characters in the story do NOT reflect those of the author.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten