zaterdag 23 september 2017

Verstoppertje - hoofdstuk 3


Brisbane, acht weken eerder

Door de voorruit van de Ford sedan kijkt Reinoud naar zijn spelende kinderen. Hij is net de oprit voor hun huis opgereden en trekt de handrem aan zodat hij niet de heuvel terugrolt, de weg op. Ze merken hem niet op. De motor draait nog, hij krijgt steeds meer moeite om de sleutel uit het contact te halen als hij thuiskomt. Het betekent dat hij naar binnen moet. Dat hij zijn vrouw moet begroeten en zijn kinderen optillen en vragen hoe hun dag is geweest. Dat hij moet zitten aan tafel, meepraten en helpen met de vaat. 
Terwijl hij zijn hand in beweging zet om de motor dan echt een halt toe te roepen, ziet hij dat er nog een veeg bloed aan zijn duim zit. Het is opgedroogd, hij moet het er binnen af zien te wassen zonder dat iemand het ziet. Er gaat een huivering door hem heen. Hij gruwelt na afloop altijd van zichzelf. Het is niet zo, zoals ze wel eens bij moordenaars omschrijven, dat hij na afloop een kick voelt. Het is de handeling zelf die hem verlicht. Hij heeft die kortstondige ervaring van controle nodig. De kracht waarmee hij het doet, geeft ontlading. Fysiek ontspant hij daarna. Maar van binnen groeit de afkeer tegen zichzelf, iedere keer meer.
Hij zet zijn vriendelijke, vaderlijke gezicht op en stapt uit de auto. Ze hebben zijn naam hier afgekort naar Rein, wat klinkt als Rain uit de monden van de Australiërs. Al doet zijn schoonfamilie nog zo hun best om Reinoud goed uit te spreken, het blijft onnatuurlijk klinken.
Hij had het na zijn studie niet meer uitgehouden in Nederland. Hij moest weg, zo ver weg van zijn geboortedorp, Callantsoog, als hij maar kon. Dan zou hij kunnen vergeten. Dan zou hij misschien weer een normaal leven kunnen leiden. Dat was het plan. Daarom was hij geëmigreerd naar Australië. Het leek zo goed met hem te gaan, de eerste tien jaar hier. Bijna alles klopte.
Maar hij heeft het steeds minder in de hand, zijn afwijking. Hij weet waarom hij het doet maar dat is niet genoeg om het te laten stoppen. Als hij wil dat er iets verandert, moet hij actie ondernemen. Hij bedenkt dat er eigenlijk maar één ding is dat zal helpen. Hij moet terug naar zijn verleden. Dingen rechtzetten.

Ze is nog moeilijk te vinden op het internet. Hij stuit op haar foto via een post op Facebook van een andere oude klasgenoot. Als Nora Smit staat ze op een hobbysite voor haaksters. Maar dit gezicht kent hij goed, het is Wilma. Zijn schoolvriendinnetje Wilma Rodenburg.
Het duurt nog twee weken van staren naar haar foto voordat hij weet wat hij haar eigenlijk wil zeggen. Hij gaat er voor zitten en tikt een e-mail recht uit zijn hart. Even vraagt hij zich af wat de impact van zijn bericht op haar zal zijn, maar eigenlijk interesseert  het hem niet. Hoe ze ook reageert, Wilma moet mee in zijn behoefte om de waarheid te delen met de wereld. Hij is niet bang. De waarheid zal hem bevrijden. En dat wordt hoog tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten